
Gezond eten? Word een etikettoloog!
Etiketten lezen zou geen rocket science moeten zijn, toch? Om die tegenwoordig echter te kunnen lezen, moet je haast wel gestudeerd hebben. Of op z’n minst bestuderen. Fabrikanten zijn er namelijk best handig in om ingrediënten te omschrijven met ingewikkelde termen. En toevoegingen, zoals E-nummers en suikers, goed te verbloemen met de prachtigste woorden. Dat de tekst op de meeste etiketten zo klein afgedrukt dat ze nauwelijks leesbaar is, heeft natuurlijk ook zo zijn reden. Ook al is er helemaal niets mis met je ogen. Kortom, hoe word jij nu een ervaren etikettoloog?
Op het etiket van een voedingsmiddel of drank moet je precies kunnen zien wat voor gezonde en ongezonde stoffen er in het betreffende product zitten. Dus, wil je gezonder eten door meer gezonde stoffen tot je te nemen en bijvoorbeeld de ongezondere suikers links te laten liggen? Dan is ‘etiket-ontcijfering’ belangrijk. Waar een heuse etikettoloog op let bij het ontcijferen van complexe etiketten… weet je zo!
Waar let je op?
In plaats van er op te vertrouwen dat fabrikanten en supermarkten het beste met je voor hebben, is het belangrijk om in twee verschillen zaken onderscheid te maken:
- De ingrediënten
- De voedingswaarde
Deze twee worden nogal eens onterecht op een hoop gegooid, daarom volgt nog een korte uitleg. In woord, beeld en geluid. Aan jou de keuze natuurlijk. Alles om je aan te reiken dat je van etiketten lezen een gewoonte maakt…
De ingrediënten: het aantal doet er toe
Ingrediënten op een verpakking gaan over de samenstelling van een product. Hier vind je dus de verschillende grondstoffen die een fabrikant heeft toegevoegd om het product samen te stellen. Voor je het etiket van een voedingsmiddel of drank helemaal gaat ontcijferen, check je hoeveel ingrediënten er precies op het etiket staan. Goed om te weten: de ingrediënten op een etiket staan altijd gerangschikt van meest naar minst gebruikte ingrediënt. In principe is het advies: bevat een product meer dan vijf ingrediënten? Laat het dan staan. Omdat het te veel bewerkt is, is het gewoon niet Sugarchallenge-proof. Is dat niet aan de orde? Check dan de voedingswaarde…
De voedingswaarden: kwaliteit en hoeveelheid van de voedingsstoffen
Heb je gezien hoeveel ingrediënten er in een product zitten, dan check je de voedingswaarden op het etiket. Kijk niet alleen naar het aantal calorieën, maar check ook de eiwitten, vetten, vezels, koolhydraten, mineralen en vitaminen in een product.
Voor koolhydraten geldt: bekijk hoeveel koolhydraten het product bevat en deel het totale aantal koolhydraten door 4 om uit te rekenen hoeveel suikerklontjes je binnenkrijgt per 100 gram of per portie (even goed kijken naar de hoeveelheid die is aangegeven). Is dit meer dan 1 suikerklontje per portie, dan is ook weer het devies: laat het staan.
In de meeste producten zitten ook E-nummers. Ook deze ingrediënten staan op het etiket. Omdat de meeste E-nummers niet veel voor je gezondheid doen, proberen we deze te vermijden. Om dit goed te kunnen doen, moet je natuurlijk wel weten of er E-nummers in een product zitten en welke E-nummers dit dan zijn. Daarom check je ook altijd de E-nummers op een etiket. Een handig hulpmiddel hierbij is bijvoorbeeld het boekje van Corinne Gouget, Wat zit er in uw eten?.
De voedingswaardetabel van een product geeft dus niet zozeer informatie over het feit of het product toegevoegde suikers bevat, maar veel meer over de kwaliteit en hoeveelheid van de voedingsstoffen (die het lichaam gebruikt voor energie, opbouw en herstel) die het product bevat.
De hoeveelheid koolhydraten: niet alleen (snelle) suikers
Om consumenten te misleiden, gebruiken veel fabrikanten andere namen voor (snelle) suikers, een vorm van koolhydraten. Kijk daarom niet alleen naar de term ‘suiker’ op een etiket, maar zoek ook naar termen als maltose, maisstroop, glucosestroop, fructosestroop, dextrose, druivensuiker, sucrose en ga zo maar door. Zitten er (veel) suikers in een product? Dan laat je dit product lekker in de schappen liggen, want een product met suikers past niet in jouw suikervrije leefstijl en gaat dus niet met jou mee naar huis. Een handig hulpmiddel hierbij is de suikerspiekpas, die je hieronder gratis kunt downloaden. En in dit blog vind je meer over de 22 meest gebruikte verkooptrucs van de supermarkten…
Wees ook voorzichtig met producten die zich als suiker in je lichaam gedragen: alle volkoren granen (en producten hiervan) behoren hiertoe. Gebruik bij voorkeur groenten en fruit, die ‘essentiële suikers’ bevatten in de vorm van vezels. Dat proef jij niet, maar de ‘dierentuin in je darmen’ (darmflora) floreren er des te meer op. In het geval van een product met een etiket moet dat product minimaal 8 gram per 100 gram aan vezels bevatten wil je daar nog enig profijt van hebben.
Nu jij!
Hoe ga jij om met etiketten? Laat het weten in de comments hieronder!


Geef een antwoord