“Ze zeggen dat je wel tot twee keer je eigen gewicht met je benen weg moet kunnen trappen… maar hoe ga ik daar ooit komen?”
Ze keek me daarbij na de HIT-training verschrikt aan, met ogen die zowat uit hun kasssen rolden.
Daarbij hopend op een verlossend antwoord van mij als trainer.
“Ik weeg rond de 70 kg en ik zit nu pas op 92 kg?”
Ze meet langer dan ik met mijn 1.74 meter. En ze is inderdaad tenger. Om niet te zeggen heel wat slanker dan ondergetekende.
Tsja. Dat zegt namelijk he-le-maal niks.
Maar ze doet ook wat veel klanten doen, die nog niet zo lang trainen met deze specifieke vorm van krachttraining.
Ze is gefocused op hèt gewicht.
Terwijl het bij deze training juist draait om het zó triggeren van Spieren & Co, die dan op hun beurt in het lijf een ‘overlevingsmechanisme’ aanjagen. En intern de boodschap schreeuwen: “Dat moet beter!”
Want dat is waar the magic happens. Dan kom je bij het goud.
Wij kunnen voor de spiegel gaan staan en bekijken hoe het met ons gaat.
Het brein in ons lichaam heeft heel andere ‘spiegels’. Meer interne boodschappers.
De bekendste zijn wel hormonen. Maar er zijn er veel meer.
Eén van die ‘spiegels’ vormen geinige stofjes. Die net tot ’t gaatje getrainde spieren afgeven.
Om de grootste regelneef -je brein- de boodschap te geven: “Heeej, doe’s wat: de boel moet sterker hier!”
Daarbij komen er ook nog gelukshormonen vrij waarvan het brein zelf oplicht als een kerstboom.
Je voelt je dus ook nog eens beter en leuker, nog lang nadat je weggelopen bent bij de training. Zelfs nog als couch potato.
En het gewicht op een apparaat? Dat is bij dit alles slechts een middel.
In de lijst van belangrijkheid, bungelt-ie ergens onderaan.
Maar je krijgt het niet voor niets.
Ik sta er ook als trainer-coach niet voor nop naast.
Want iedereen gaat er iets op verzinnen. Om er onderuit te komen. Als het moeilijk wordt.
En dat wordt het vanzelf als de brandstof op raakt in de spiergroepen die je op dat moment traint.
Dat is hét moment waarop je er automatisch andere dingen bij gaat halen.
Door bijvoorbeeld je ademhaling vast te zetten.
Terwijl je die zuurstof nu harder nodig hebt dan ooit.
Met een sjiek de friemel woord heet dat: compenseren.
Als trainer-coach ligt mijn focus dus niet op gewicht, maar op het corrigeren van die compensaties. Omdat je anders niet je spieren-en-spiegels maar je compensatie traint. En daar is nog geen goudklompje te vinden.
Na ruim 7 jaar staat er bij mijn wekelijkse training ook nog altijd een trainer naast mij.
Niet omdat ik niet weet hoe de training gaat.
Maar omdat ook mijn lichaam altijd op zoek is naar short cuts. Om kostbare energie te sparen.
De trainer naast mij weet dat. En laat mij er ook niet mee wegkomen totdat we bij het goud aankomen.
Ga jij voor goud?
Dan vertel in je in een vrijblijvende kennismaking waarom het handig is een aantal ‘stress-spiegels in je lijf’ te meten: https://gripopgezondheid.nl/agenda/
Hey, wie weet tot binnenkort.
Lynn