´Hoe ben je hier allemaal zo op gekomen? ´, vroeg een klant van mij – kijkend naar mijn rijkelijk gevulde boekenkast.
Zo had ik het nog niet zo bekeken.
Maar inderdaad.
Mijn levenswandel in boeken tot nu toe in a nutshell.
Nut-shelf dan eigenlijk.
Van voeding tot lichaamswerk. Van psychologie tot business bouwen. Van spiritualiteit tot breinmanagement.
En zo’n beetje alles er tussenin.
De burn-out noopte mij ook tot diepgang.
Ik zat er nu eenmaal in – inmiddels enige tijd geleden. Oh well, own it.
Maar ik was toen pas halfweg. Want hoe kwam ik er nou weer uit?
Ik begon bij voor mij het makkelijkste en leukste: voeding.
Zou dat mij helpen in de beantwoording van mijn dagelijkse vraag: hóe kom ik aan meer energie?
Die zoektocht begon dus niet met mijn neus in de boeken. Simpelweg omdat ik te moe was om te lezen.
Workshops volgen. Dan werd het mij tenminste voorgedaan. En dan later in alle rust zelf verder fröbelen.
Maar met de toegenomen energie door onbewerkte voeding, groeide ook de interesse naar hóe dat kon.
Daar bleek meer voor nodig. En dus startte ik met de opleiding tot Sugarchallenge coach, gevolgd door orthomoleculair voedingscoach.
Ik leerde al snel dat ons lijf één groot chemisch lab is. Bummer. Ik had juist meestal onvoldoendes voor scheikunde.
Geholpen door de fascinatie van de werking van ons lijf, bleef ik gemotiveerd verder studeren. Toegepaste kennis begint tenslotte met eerst die kennis opdoen.
Eén van de eerste dingen die ik leerde, was etiketten lezen op producten in de supermarkt. Eerst met name voor alternatieve suikerbenamingen. Maar algauw ook voor de andere ingrediënten.
De meest creatieve en wonderlijke namen kwamen er voorbij. Het boekje ´Wat zit er in uw eten´ van Corinne Gouget vormde daarbij een errug behulpzame gids.
Aspartaam. Sucralose. High fructose Corn Syrup.
Nu allemaal veel bekender, maar ik had het toen nog nauwelijks op mijn netvlies hoe gesynthetiseerd voeding inmiddels was.
Toen ik die etiketten eenmaal onder de knie had, kwam next level.
Etiketten lezen op supplementen.
(Microkristallijne) cellulose. FOS of Fructo-Oligo-Sacharide. Gefermenteerde leucine.
Dat was overigens a priori niet allemaal synthetisch.
De betere merken bedienen zich daar niet van. Echt spul mag wat kosten.
Gesynthetiseerde additieven zijn in een laboratorium ontwikkeld en komen in de natuur niet zo voor. Ze kunnen zowel natuur-identiek of kunstmatig zijn.
In het laatste geval levert het aanzienlijke kostenvoordelen op voor een fabrikant.
Maar ons lijf ´snapt´ synthetisch niet en kan er weinig mee. Dus ´baat het niet, dan schaadt het niet´, gaat dan ook helaas niet op. Je lijf moet er ´iets´ mee: wegwerken, opruimen. Ook een vorm van fysieke stress. En dat kost altijd ´geld´, oftewel grondstoffen.
Wil je niet alleen schade voorkomen, maar ook dat de suppletie echt wat voor je doet – verdiep je er dan in.
Geen tijd of geen zin? Ga dan naar een expert die er in geschoold is. Kies iemand die je vertrouwt en die je kan uitleggen wat ze doen, en waarom. Met synergie als uitganspunt. Dan heb je ook nog eens minder nodig voor meer effect.
Ook ik help je graag verder in de wirwar van suppletie.
Je kunt je huidige suppletie al tegen het licht (laten) houden in een Half Uurtje Gesprek.
So, need a HUG?
https://gripopgezondheid.nl/product/need-a-hug-boek-dan-een-telefonisch-half-uurtje-gesprek/
Lynn