Toevallig viel ik in een interview met Juglen Zwaan.
Toeval of viel het mij toe?
Het zat in ieder geval al een aantal weken in mijn hoofd om neurotransmitters eens apart de revue te laten passeren.
Enfin. Daar was op een eens Juglen dus. De voedingsdeskundige die onder andere het boek ´de Voedingswijzer´ schreef.
Genoeg promo.
Punt is dat Juglen verwees naar Frankrijk, waar de ziekte van parkinson een erkende beroepsziekte onder boeren is, en naar neuroloog Bas Bloem.
Laatstgenoemde neuroloog van het Radboudumc in Nijmegen, die ziet hoe parkinson het leven van zijn patiënten vernielt.
Vreemd vindt Bas het dus niet, want veel wetenschappers zien een relatie tussen het gebruik van bestrijdingsmiddelen en de ziekte van parkinson.
Elke Nederlander loopt gevaar parkinson te krijgen. De reden is simpel: het voedsel in de supermarkt bevat tal van bestrijdingsmiddelen die gekoppeld worden aan het krijgen van parkinson.
´Dit is geen ouderdomsziekte, je krijgt het niet alleen omdat je op leeftijd bent, omgevingsfactoren helpen een fors handje mee. Op onze speciale parkinson-poli in Nijmegen is de jongste patiënt pas dertien jaar´, aldus voornoemde neuroloog.
Nu is parkinson maar een van de mogelijke neuronale aandoeningen. Maar toch, neuronale ziektebeelden lijken steeds ´gewoner´ te worden.
Dus toch weer even terug naar wat die neuronen, of zenuwcellen, doen.
Je brein bevat immers een enorm netwerk van zenuwcellen. Die boodschappen aan elkaar doorgeven. Via stofjes, neurotransmitters.
Eén van die stofjes, is acetylcholine.
Dat tref je aan in het kortetermijngeheugen (de pariëtale kwab, ongeveer op ´t midden van je hoofd) van je knar.
Deze neurotransmitter reguleert de snelheid van de hersenactiviteit. Zenuwcellen produceren het en het dient als smeermiddel voor energie- en informatiestromen. Lubricatie in je hersenpannetje dus.
Daarnaast draagt het bij aan het intact houden van zenuwprikkels en het aanmaken van myeline (beschermende stof die zenuwvezels omhult). Je wilt tenslotte dat de boodschap ongehinderd en ongefilterd aankomt.
Bij bijvoorbeeld spieren. Zo vormt acetylcholine de basis voor onze motoriek, opdat de hersenen fysieke bewegingen goed kunnen aansturen.
Deze neurotransmitter stuurt echter ook prikkels naar de ´spieren´ van maag en darmen, om ´slijmen´ en verteringssappen aan te maken.
Is deze allrounder acetylcholine in balans, dan ben je creatief, intuïtief en innovatief, sta je open voor nieuwe ideeën, flexibel, erg sociaal, communicatief, een snelle denker, de eeuwige optimist.
Zowel een tekort of teveel hieraan kan aanleiding zijn voor ´gedoe´, voor verschillende lichamelijke problemen. Waarbij tekorten overigens eerder voorkomen dan tevelen.
In het eerste geval merk je dat fysiek aan onder andere meer geagiteerd zijn, onrust, ´fat cravings´, toename van ontstekingen.
Maar ook qua persoonlijkheid door ´mood swings´.
Het geheugen laat ook te wensen over, waardoor leren en onthouden lastig is.
Tot slot nemen ook zaken rond aandacht af: vergeetachtiger, minder alert.
Tevelen vormen evenmin iets om naar uit te kijken. Het resulteert in krampachtigheid, tic-verschijnselen, trillen, beven. Take it to the limit en het kan leiden tot gevoelens van paranoïde. Met de neiging tot isolatie als gevolg.
Een voorloper van de stof voor acetylcholine is lecithine. Dat bevat choline, beter bekend als vitamine B7. En dát is weer te vinden in vooral eigeel. Met regelmaat een zacht gekookt eitje, is zo´n gek idee nog niet…
Nu kun je natuurlijk een pot lecithine aanschaffen. Niemand die je tegenhoudt.
Stel dát je een tekort hebt, dan weet je meestal nog niet waaróm dat zo is.
Omdat tekorten nu eenmaal vaker voorkomen dan tevelen, borduur ik daar even op voort.
Het kan zijn dat je de grondstoffen ervoor niet via je voeding binnenkrijgt.
Echter, het kan net zo goed zijn dat dat wel het geval is, maar dat je systeem die niet goed weet om te zetten. Of maar half. Waarbij zo´n halffabricaat dan blijft hangen. Geen hom, geen kuit. Geen effect.
Tot slot bestaat er ook nog de mogelijkheid dat je het na gebruik niet goed weet af te breken door een bepaald enzymtekort.
In alle genoemde gevallen levert het óf niet het beoogde effect op, óf je krijgt een ongewenst effect.
Nu kun je het zelf uitdokteren. Alles is op het internet wel te vinden, ´t is gratis en Google is your best friend. Als je de tijd hebt.
Er is een snellere route: https://gripopgezondheid.nl/agenda/
Te despues.
Lynn Hogendoorn