Je lijf is niet alleen één groot chemisch lab, maar net zo goed een enorm feedbacksysteem.
Feedback die via allerlei communicatie verzorgt, zoals hormonen via het bloed en neurotransmitters via het zenuwstelsel.
Er wordt wat afgepraat over en weer. Een gemiddelde vergadering of kroeggesprek is er niets bij.
In de basis is ons lijf maar in twee zaken geïnteresseerd: overleven en voortplanten. Dat eerste gaat uiteraard voor, anders hoeft dat tweede ook niet meer.
Dus bij alles wat zich zo in je leven voordoet (leeuw, on-comfort, spannende situatie etc.) ga je neurotransmitters vrijzetten. Neurotransmitters die zorgen voor de ´alert´.
Daarbij heb je niet alleen neurotransmitters die zorgen voor die
´aan´ of ´alert´.
Je hebt ook neurotransmitters die voor het tegenovergestelde zorgen. Want je systeem gaat voor balans. Altijd.
Tegenovergesteld is in dit geval niet de ´uit´, anders zou je nooit meer wakker worden, maar voor de ´uit´ van je stress-assen. Dan komt de boel weer tot rust.
Eén van die geinige stofjes is serotonine. Of eigenlijk, zerotonine. Als je serotonine hebt, vindt ´s avonds de omzetting plaats naar melatonine, zodat je goed kunt zlapen.
Serotonine is ook een echt feel good stofje.
Het heeft invloed op je vermogen om je ontspannen en rustig te voelen, maar ook op je zelfvertrouwen en je stemming. Niet alleen feel good, maar ook good mood.
Door serotonine ervaar je ook vindingrijkheid, flexibiliteit en avontuur.
Serotonine doet ook iets met je eetlust, reguleert de peristaltiek in je darmen en zorgt voor de verwerking van pijnprikkels.
Ook reguleert het je bloeddruk en je libido, naast dat het nog een gunstig effect heeft op je geheugen.
Heb je voldoende van dit stofje, dan geniet je van het moment, ben je ´gewoon´ gelukkig, tevreden en vrolijk. Kortom, je zit lekker in je vel.
Dat serotonine, dat wil je dus écht wel hebben.
But… it comes at a cost.
Figuurlijk gesproken nog dan hè.
Het is nogal een delicate balans tussen het wel of niet hebben van serotonine. Of je hebt het wel, maar het doet niks.
Want voor al die geinige effecten, zijn wel de nodige mitsen-en-maren:
- Je krijgt de relevante bouw- en grondstoffen (voedingsstoffen) binnen.
- Én de ´dierentuin in de darmen´ is tip-top in orde (die maken ook neurotransmitters aan).
- Bovendien kun je van nature voldoende neurotransmitters aanmaken, hergebruiken of goed afbreken.
- Plus je verbruikt ze niet overmatig veel.
- Tot slot doe je ook weinig stress.
In de basis kom je aan voldoende serotonine door bijvoorbeeld kip, kalkoen, eend, banaan en chocolade te eten waardoor je het aminozuur tryptofaan binnenkrijgt.
Via allerlei stofwisselingsprocessen zet je lijf dat om in serotonine en melatonine.
En voor die processen heb je ook weer wat nodig. Denk aan alle B-vitamines. Maar ook aan magnesium. En ijzer.
Als je stress doet, dan jaag je vitamines en mineralen er als een malle door. En dan kan er wel eens te weinig van die stoffen overblijven voor de vorming van serotonine.
Maar je lijf maakt, in het geval van stress, sowieso minder serotonine aan. De aanmaak van stresshormonen heeft nu eenmaal prioriteit in je lijf. Een oeroud systeem om adequaat te kunnen reageren op gevaar. Dat dit dan ten koste gaat van een goede gemoedstoestand, waarin je een opgewekt humeur en dit prettige nachtrust hebt, is voor Moeder Natuur geen factor.
Het kan ook zijn dat je niet zozeer chronische stress doet, maar wel chronische ontstekingen. Omdat je immuunsysteem dan vrijwel continu in meer of mindere mate actief is, gaat dat ook ten koste van je serotoninespiegels. Ook in dit geval worden die dus lager.
En een laag serotoninegehalte kan bijvoorbeeld leiden tot onrust, verhoogde pijngevoeligheid, depressieve gevoelens, korte lontjes, slaapproblemen en eetproblemen. Eigenlijk alles wat je niet wilt.
Ik ga niet gokken wat er aan de hand kan zijn.
Maar meten.
Want meten is nog altijd weten.
Dat is een eerste stap naar je weer optimaal in je vel voelen.
Je kunt zelf de afspraak inplannen voor een optimum quickscan:
https://gripopgezondheid.nl/agenda/
No strings attached. Maar dat wist je vast al.
Lynn Hogendoorn