Tante Mary woonde schuin tegenover ons op Curaçao.
Het voormalige grote, toen witte huis staat er nog. Op de hoek van de Blenchiweg.
Maar tante Mary woont er al lang niet meer.
Van haar zorgvuldig verzorgde, weelderige bloementuin is evenmin veel bewaard gebleven. Een Troepiaal-oranje fort lijkt het nu. De Troepiaal is een van de meest voorkomende en opvallende zangvogels op Curaçao, juist vanwege die oranje tekening.
Enfin, geen idee waarom ze overigens Mary heette, want ze kwam uit Indonesië. Lang geleden dan.
Ze moet zelfs toen al ver in de zestig geweest zijn. Ze liep niet alleen op blote, platte voeten. Ze schuifelde. In een van haar Indische gewaden.
Alles ritselde en klingelde aan haar, met die Indische sieraden. Nooit opdringerig, altijd bescheiden. Op mij maakte ze daarom des te meer indruk.
Tante Mary´s uitdunnende haar was ook altijd ravenzwart geverfd. Opgestoken in een soort van knot, nonchalant los met wat haarpinnetjes vastgezet.
Ook heb ik haar nooit zonder rode lippenstift en dito gelakte nagels gespot. Rood waren ook de nagels van haar schuifelende voetjes.
Zo jong als ik was, leeftijd lagere school, heb ik nooit begrepen waarom ze met norse oom Niek getrouwd was.
Want zo dol als tante Mary op kinderen was, zo weinig moest hij ervan hebben. Hoewel hij toch ruim twintig jaar jonger was. En altijd net iets te veel aandacht voor mij had dan ik wilde.
Je hoefde je overigens nooit af te vragen of tante Mary thuis was. Je ging gewoon op de keukengeuren af.
Daar drentelden in het piepkleine keukentje ook de drie cocker spaniels om haar heen. Ze liet immers per ongeluk expres wel eens een stukje vlees vallen.
Ik was de oudste van ons drieën thuis, dus ik mocht van tante Mary al bij wat meer gerechtjes helpen van haar. Voor mij was al dat snijwerk en die kruiden knippen bijna heilig. Ik glom van trots.
Wat mij echter het meest is bijgebleven, is dat zij mij leerde hoe ik karamel kon maken.
Een klusje dat nauw lette. De suiker met de toen nog echte boter kon te snel smelten. Of de verhouding was niet goed. Of ik roerde niet contant genoeg.
Met een gegarandeerd droevig eindresultaat. Keihard, verbrand óf te korrelig.
Je zou denken: niet te eten.
Maar het zoetekauw als ik toen al was, at ik het wel. No biggie.
En daarmee legde ik onbedoeld en onbewust een bodem onder mijn eetgewoonten. Nogal letterlijk een voedingsbodem. Alleen niet van het soort waar mijn lijf veel aan had. Helaas kapen suikers je brein. Of eigenlijk, je beloningscentrum (dopamine).
Dat (je) cellen léven mogelijk maken, wist ik toen allemaal nog niet. En dat je lijf uit grofweg 70 biljoen cellen bestaat, ook niet. Waarbij cellen weer biomoleculen gebruiken om te kunnen functioneren en blijven leven. Deze biomoleculen worden niet gemaakt van lucht. Maar van alles wat je eet en drinkt.
Kortom, je denken, voelen, perceptie, gedrag en ook je geluksgevoelens hebben een relatie met wat je eet.
Ik was indertijd zo gezond als een vis. Bijna letterlijk, want op zo’n eiland is er weinig anders dan zon, zee en strand.
Dan hoef je niet bezig te zijn met leefstijl en voedingsgewoonten. Je eet en drinkt wat je lekker vindt. Als het kon dus met karamelsmaakje. En verder dacht ik er niet bij na.
Ik voelde mij goed en had jaren nergens last van. Dacht ik. Tot die burn-out. Karamel was achteraf bezien nog het minst ongewone aan mijn eetpatroon.
Enfin, met die burn-out werd het de hoogste tijd om terug te gaan naar de basis.
Zo bleek het zoete verlangen meer een metafoor voor de aandacht van tante Mary. En dat valt op een andere manier op te lossen dan met zoetigheid.
In die queeste ontdekte ik ook de échte kracht van voeding. Zo verbeterde tot mijn verrassing mijn stressbestendigheid er bijvoorbeeld enorm door.
Stress zelf is immers nooit het probleem. Een overmaat aan in- of externe stress compenseert je lichaam door meer micronutriënten te gebruiken. Dat kan uiteindelijk wel leiden tot bepaalde tekorten.
Zo verbruik je bij chronische stress onder andere veel B-vitamines. Die reguleren bijvoorbeeld de cortisolrespons. En bij stress maakt je lijf dit hormoon meer aan.
Je kunt dat gelukkig ook weer omdraaien. Benieuwd naar deze vorm van reversed engineering? Een eerste aanzet kan al in een half uurtje: https://gripopgezondheid.nl/product/half-uurtje-gesprek/
Lynn Hogendoorn