Wist ik veel ten tijde van de burn-out. Dat ik het ´dopamine-bakje´ al volledig leeg gegraaid had.
Dat is natuurlijk geen letterlijk bakje-in-je-hoofd. Het is een gedachte. Om iets te vatten wat in reality niet zo simpel in elkaar zit. Als je dat beeld te pakken hebt, dan heb je zowel een dopamine-bakje als een serotonine-bakje.
Dopamine gebruik je voor avontuur. Voor nieuwe dingen dus. Serotonine gebruik je daarentegen voor meer-van-hetzelfde, voor repeteren. Categorie: wat werkt, dat werkt. Draaien op serotonine is goedkoper, want je doet hetzelfde. Serotonine is gehecht aan rituelen. Dopamine is meer van ´Het kan ook anders´.
Ik was meer de dopamine categorie. Lopen op dopamine is echter duur, en dus uitputtend voor je lijf. Door mijzelf stelselmatig rust te ontzeggen en teveel van mijzelf te eisen had ik m´n eigen hersenen tot moes geslagen. Met een burn-out tot gevolg.
De arbeidspsycholoog bleef daarom in den beginnen veel herhalen dat ik ´achterover moest leunen´. Terwijl ik alleen maar dacht: waalom en hóe dan?
Ik was gewend zaken te regelen, te fiksen. Zowel zakelijk als privé.
Daar is op zich niks mis mee. Maar wij mensen zijn niet gebouwd voor altijd maar hetzelfde ding doen. We zijn gebaat bij variatie. Voor het evenwicht.
Dus als je ´dopamine doet´, ga je ter afwisseling ook ´serotonine doen´. Tijdens dat ´serotonine doen´, kan dat lege dopamine-bakje dan ook weer gevuld raken.
Zo niet ik.
Ik bleef alleen maar dopamine doen. Waardoor dat bakje op een gegeven moment leeg was.
En op is op.
Daar knapte ik nou niet direct van op. Ik werd er zelf niet leuker van en mijn omgeving vond ook dat er weinig met mij te lachen viel. Destijds hè.
Maar dat uitgeputte dopamine-bakje maakte wel dat ik he-le-maal niks meer kon. Fysiek niet. Mentaal niet. Zelfs emotioneel niet.
Dat wist ik toen allemaal nog niet, maar ik voelde de effecten wel. A-l-l-e-s was uitgeput.
Naïef genoeg dacht ik nog dat ik dat wel ´bij zou slapen´. Maar goed slapen was er al helemaal niet bij. Terwijl slaap van essentieel belang is voor herstel.
Nu had ik het pas goed voor elkaar: én uitgeput, én niet kunnen herstellen.
Gelukkig zorgt je lijf ervoor dat je vanzelf de neiging krijgt om ´serotonine te (gaan) doen´ bij een gebrek aan energie. Heel eenvoudig omdat nieuwe dingen doen te veel energie kost. Je gaat dus je serotonine-bakje gebruiken. En je dopamine-bakje mijden. Dat is zelfs hoognodig om te kúnnen herstellen.
Enniewees, dat ´achterover leunen´ had de arbeidspsycholoog dan wel goed gezien, maar ik had geen idee hoe ik dat kon doen. Ik was gewend te dóen. Niet uh… ja, níet te doen.
Het kwam toch voor ik het wist op mijn ´to do´ lijstje te staan. Meer ´serotonine´ te gaan doen. Zodat ondertussen dat dopamine-bakje weer wat bijgevuld kon worden.
Onnodig te zeggen dat zodra ik ook maar weer iets aan dopamine had, ik dat ook onmiddellijk in den beginne weer opmaakte. Actie was my middle name.
Drie stappen serotonine vooruit, vijf stappen dopamine achteruit.
Dat houdt natuurlijk geen paard vol, ik evenmin. Mijn eigen lijf dwong mij tot meer serotonine gaan doen. Meer rust, meer van hetzelfde. Energie sparen. En dat begon met heel, heel kleine stapjes.
En minder actief was niet noodzakelijkerwijs meer bankhangen. Of meer Tv-kijken. Of meer rust. Nee, meer afwisseling. Daar zijn mensen voor gemaakt. Ik ook. Dus in dit voorbeeld van mijzelf: meer serotonine doen, beetje dopamine doen, nog meer serotonine doen et cetera.
Want welk bakje dan ook leeg is, dát geeft vanzelf onrust. Via de neurotransmitter glutamaat. Je systeem ´zegt´ daarmee: ´Doe iets om dat lege bakje weer vol(ler) te krijgen´. Die onrust is ervoor bedoelt om even wat anders te gaan doen en dat lege bakje met rust te laten.
En hoe aantrekkelijk het ook klonk, de oplossing was niet: een pilletje nemen voor méér dopamine vanwege dat lege dopamine-bakje. Nee, meer serotonine gaan ´doen´. Dan komt het met dat ´dopamine-bakje´ ook vanzelf weer in orde.
Wat zou nou een oplossing kunnen zijn? Vanwege dit lege dopamine-bakje zoek je niet méér, maar mínder uitdagingen bijvoorbeeld. En dan niet opgelegde uitdagingen, maar zelfverkozen uitdagingen.
Daarbij is de truc het klein te houden.
Elke dag tien minuten wandelen in plaats van een paar uur stevig sporten per week. Thee in plaats van koffie. De energievoorziening tussen de oren verhogen met EPA en DHA vetzuren. Bijvoorbeeld.
En dan… fix je pas echt neuronaal het probleem.
Heb je daar interesse in, dan weet je mij vast te vinden: https://gripopgezondheid.nl/contact/
Lynn Hogendoorn