Hou jij van je dijen?
Inmiddels alweer een tijdje terug is de man van een dierbare vriendin overleden. 58 jaar, prostaatkanker. Ik heb me erover verbaasd hoe iemand die altijd zo springlevend was, een levensgenieter pur sang, in een paar maanden tijd heel snel een lichamelijke schaduw werd van wat hij was. Ik heb het proces meegemaakt, vanaf de diagnose tot aan het afscheid, het ging zo snel. Veel te snel. Ik ben boos geweest, verdrietig, machteloos en heb zo veel respect en waardering voor de weg, het laatste stukje dat ze samen zijn gegaan. Voor de aanvaarding en de liefde die ze tot op het laatst samen hebben geleefd. Zij waren voor mij het voorbeeld van een relatie zoals ik het ook wens. En ik weet zeker dat ze graag meer tijd samen hadden gehad. Maar het mocht niet zo zijn…
In dit hele proces realiseerde ik me weer eens te meer dat het uiteindelijk maar gaat om één ding en dat is tijd. Tijd in het lichaam waar je je in bevindt.
Wat doe je met de tijd die jou hier is gegeven en hoe ga je om met het lichaam dat jou is gegeven? Het lichaam dat je hebt gekregen als geschenk om het leven hier op aarde te ervaren? Het lichaam, jouw lichaam, dat synoniem staat voor leven. Immers, zonder lichaam is er eenvoudigweg geen leven mogelijk. Niet houden van je lichaam betekent niet houden van het leven… Mocht je al eens ontevreden zijn met je lichaam, bedenk je dan dat je in ieder geval een lichaam hèbt en dat er velen zijn die er alles voor over zouden hebben om meer tijd te hebben, hier, in hun lichaam. Bedenk je dat je tot de gelukkigen behoort die hier mogen zijn en geniet iedere dag weer van alles wat je hebt, van het leven!
Vlak na zijn begrafenis kwam ik een column tegen van een collega uit Amerika: Geneen Roth. En zij kon niet beter verwoorden hoe ik me voelde en welke boodschap ik ook steeds maar weer uitdraag. Daarom heb ik de vrijheid genomen om deze mail te vertalen.
Hou jij van jouw dijen?
(vertaling van column ‘Do you love your thighs’ van Geneen Roth)
Mensen komen vaak naar mijn workshops omdat ze gewicht willen verliezen. Ze willen niet meer lijden. Ze willen gelukkig zijn. Ik vertel ze over zelfvertrouwen en leer ze luisteren naar hun lichaam. Vertel ze dat, op het moment dat je dat doet, dat dan alles – je relatie met voeding, met jezelf, met je lichaam – op zijn plaats lijkt te vallen.
Maar, om ze echt werkelijk bewust te laten worden van hun lichaam, moet ik ze vaak helpen herinneren aan het geschenk dat het is om een lichaam te hebben. Ik benadruk steeds maar weer dat ze niet alleen maar een hoofd zijn dat rondwandelt met iets dat daaronder bungelt. “Huh?”, zeggen ze dan. “Denk je echt dat we ons lichaam vergeten? De plooien op onze dijen? De tweede en derde onderkin die we dagelijks in de spiegel zien?” Dit is exact wat ik bedoel.
BUITENKANT
We hebben vaak de neiging om naar onszelf te kijken vanaf de buitenkant. We kijken eerst naar wat er niet goed is en dat is waar we vervolgens zodanig op focussen, dat het vaak een obsessie wordt. We zijn zo vaak geneigd om alleen te kijken naar wat er niet goed is aan ons lichaam, dat we vergeten te kijken naar wat er wel klopt. Alsof we een optelsom zijn van alles wat niet goed is aan ons en de rest er niet toe doet.
Je ervaart jouw leven vanuit jouw lichaam
Een vrouw in één van mijn workshops zei: “Mijn verstand is wat me bijzonder maakt. Je zegt wel dat ik me bewust moet zijn van mijn lichaam, maar ik haat mijn lichaam. Het is vet, het is gewoon, het is vol plooien en lomp. Maar mijn verstand! Mijn verstand is snel, pienter en scherp. Dankzij mijn goede verstand ben ik summa cum laude geslaagd voor mijn opleiding, niet dankzij mijn lichaam. Ik vergeet liever dat ik een lichaam heb en leef vanuit mijn verstand.” Het probleem met deze gedachte is, dat het verstand niet kan bestaan zonder een lichaam. Je hebt een lichaam nodig om de plannen die je verstand bedenkt uit te kunnen voeren. Je ervaart jouw leven vanuit jouw lichaam. Je lichaam is je thuis. En het is verdomde lastig om te leven in een huis dat je continu vervuilt.
Realiseerde je wat een zegen het is om een lichaam te mogen hebben
Een andere cliënt was ten onrechte gediagnosticeerd met een hersentumor. Ik heb drie jaar lang met haar gewerkt omdat ze worstelde met 10 kilo overgewicht. Ze had een hekel aan haar lichaam en was er continu mee in gevecht. “Ik wil af van mijn dikke dijen,” zei ze. “Ik kan ze niet meer zien.” Echter, in de twee weken tussen de eerste en tweede diagnose – waarbij ze door het hele circus van ontkenning, pijn, boosheid en angst ging – heeft ze geen moment gedacht aan cellulitis, de afmetingen van haar dijen of de rimpels rond haar ogen. Ze voelde een dankbaarheid voor het feit dat ze nog lucht in kon ademen, haar kind kon zien rennen, warm water op haar huid kon voelen die ze nog nooit tevoren had ervaren. Op het moment dat ze geconfronteerd werd met het feit dat ze haar lichaam weleens zou kunnen verliezen, realiseerde ze zich wat een zegen het was om een lichaam te mogen hebben.
JE HÈBT EEN LICHAAM OM…
Ieder moment dat je je realiseert dat je jouw lichaam – of lichaamsdelen – behandelt met minachting, stop dan direct en maak er contact mee. Denk aan het feit dat je kunt ademen en voel hoe dat is. Adem diep in en doe dat eens een aantal keren. Stel je eens voor dat je longemfyseem of longkanker zou hebben en geen frisse diepe teug zuurstof meer zou kunnen inademen. Ben je echt van plan om jouw mogelijkheid om ongehinderd te ademen op te geven in ruil voor slankere heupen en een steviger huid?
Proef!
Denk eens aan de mensen die je hebt gekend en die zijn overleden. En wat zij er nog voor over zouden hebben gehad om maar een paar minuten langer in hun lichaam te kunnen zijn. Ongeacht hoe het eruit zou zien. Zodat ze nog even zouden kunnen praten met degenen waar ze van houden. Of in het vroege voorjaar een gele krokus door de sneeuw heen geboren te zien worden. Om te rennen, wandelen, liefkozen, aanraken, luisteren, proeven. Yeah, te proeven… Denk er eens aan hoe het zou zijn om geen eten meer te kunnen proeven, hoe het zou zijn geen eetlust meer te hebben. Vlak voordat mijn vader stierf, raakte hij zijn eetlust kwijt. Niets, zelfs zijn favoriete rijstpudding niet, kon hem meer bekoren. Op dat moment realiseerde ik me dat het geweldig is om eetlust te kunnen hebben en te kunnen eten! Om voedsel te kunnen proeven met de meer dan 10.000 smaakpapillen die zich miraculeus op en onder onze tong bevinden.
Voel!
Vaak zijn we zo druk met calorieën, de glycaemische index en of we iets wel of niet ‘mogen’ eten dat we niet eens de tijd nemen om daadwerkelijk te proeven wat we eten, het echt binnen laten komen zogezegd. Vaak ook combineren we eten met andere dingen, met telefoneren, checken van e-mail, autorijden… Het is lastig om de smaaksensaties van een volkorenbroodje waar te nemen terwijl je je concentreert op het zetten van een rechte lijn met je eyeliner, bezig bent met het samenstellen van een zeer belangrijke zakelijke memo of voetgangers moet ontwijken. Het gevolg van constant alles tegelijk doen, is dat je niets ervaart. Je mist je leven terwijl je er middenin staat. Je mist de vreugde van het hebben van een lichaam op het moment dat je er juist optimaal van zou moeten genieten. Het is alsof je op een feest bent en niet mee mag doen.
Leef!
Wacht niet op een beangstigende medische diagnose voordat je de tijd neemt om te waarderen wat je hier en nu hebt. Wees in plaats daarvan blij met het lichaam waarin je je nu bevindt. En als je denkt dat het beter zal zijn op het moment dat je dun bent, als je denkt dat je ineens wel van je lichaam (en dus je leven) kunt houden als je 10 kilo lichter bent, dan zit je ernaast. Een student van mij zei ooit: “Ik zou een moord doen om weer zo dun te zijn als ik vijf jaar geleden was. En vijf jaar geleden had ik een moord gedaan om nog dunner te zijn…”
NU
Het enige dat we hebben is NU. Als je NU niet in staat bent om de overvloed in je leven te zien, dan zul je het over vijf jaar ook niet zien, hoe dun je dan ook bent. Geluk gaat niet over het veranderen van je omstandigheden, het gaat over het veranderen van de ogen waarmee je naar je omstandigheden kijkt.
Na alles wat jouw lichaam voor jou heeft gedaan de afgelopen jaren, is dit toch wel het minste dat je ervoor terug kunt doen, toch?
Meer informatie over Geneen Roth en haar werk kun je vinden op www.geneenroth.com.
Of in een van haar boeken ‘Zorg dat je altijd een reep chocolade bij je hebt‘ en ‘Vrouwen, eten en god – een onverwacht pad naar bijna alles‘.
Bron: Sugarchallenge Original by Carola van Bemmelen