Drie redenen om suikervrij te eten
Natuurlijk, dat suikervrij eten niet altijd gemakkelijk is, zal ik niet ontkennen. Maar het is zeker de moeite waard. Lees vooral alvast de drie redenen waarom jij ook suikervrij zou kunnen (gaan) eten.
Voeding of vulling
Eigenlijk is het super simpel: alles wat niet rechtstreeks aan een boom of struik groeit, uit de grond komt of rent, springt, vliegt of zwemt, is discutabel. Dat zeg ik niet om flauw te doen, maar ze leveren gewoon niet de juiste bouw- en brandstoffen voor je lichaam. En daar hebben we het hier over: het verschil tussen vulling of voeding. Voor je lijf.
En daar kom ik als spreekbuis graag voor op, voor dat lijf. Want hoe geeft je het nou wat het nodig heeft, zodat het ‘lekker draait’? Zonder haperingen (lees: allerlei gezondheidsklachten). Zodat jij kunt doen wat je wilt doen en zijn wie je wilt zijn. Zonder beperkingen.
Jouw lichaam kan daarbij wel wat hulp gebruiken. Van jou. En soms ook tijdelijk van mij als ‘voedingsfluisteraar’.
Ik noem de drie meest gehoorde klachten of wensen in mijn praktijk: de meer chronische gezondheidsklachten (als spijsverteringsproblemen, diabetes type 2 en diverse hart- en vaatziektes), aanhoudende vermoeidheid en uiteraard afvallen.
Terug naar de basis?
Als het niet aan een boom hangt, uit de grond komt, rent, springt, zwemt, vliegt, loopt of je oma het niet zou herkennen als voeding… denk dan even goed na voordat je het in je mond stopt.
Reden #1: je krijgt meer energie
Suiker heeft inderdaad ook nog een andere kant: een verslavend effect. Wanneer je belonend voedsel eet (vooral met suiker, snelle koolhydraten, verzadigde vetten, cafeïne en ‘gewoon’ keukenzout), komt er in je brein dopamine vrij in enorme hoeveelheden. Op de lange termijn zal het brein zichzelf gaan beschermen tegen de vrijgave van deze enorm hoge dopaminepieken door dopaminereceptoren (ontvangers van het dopaminesignaal) af te sluiten.
Hierdoor zijn er minder ontvangers actief (je brein wordt dus dopamineresistent) waardoor je steeds meer van een bepaalde stof nodig hebt om dezelfde kick te krijgen. De animatie hierboven laat dit prachtig zien.
Kortom, ándere voeding (brandstof) zorgt er dus niet alleen voor dat je uit deze vicieuze cirkel komt… maar ook blijft. Misschien wel een van de belangrijkste redenen om suikervrij te (gaan) eten.
Maarten Hendrik zegt
“Eigenlijk is het super simpel: alles wat niet rechtstreeks aan een boom of struik groeit, uit de grond komt of rent, springt, vliegt of zwemt, is discutabel.”
Hoe zit het dan met het eten van (veel) fruit (peer, banaan, aardbei, framboos, blauwe bes, kiwi, meloen, ananas, etc)? Bevatten veel vruchtensuikers. En aardappelen?
En mogen eieren, room, kaas en andere melkproducten niet? Want die groeien etc.
Daartoe leidt de simplificatie van de aangehaalde regel.
Lynn Hogendoorn zegt
Dat is een goede vraag, Maarten, bedankt daarvoor.
Wellicht was een regel als genuanceerder geweest: “Terug naar de basis? Als het niet aan een boom hangt, uit de grond komt, rent, springt, zwemt, vliegt, loopt of je oma het niet zou herkennen als voeding… denk dan even goed na voordat je het in je mond stopt.”
Hoe zit het nou met fruit? Dat is een vraag die ik veel krijg: “Ja maar, hé, fruit is toch gezond, en fruit is toch ook suiker?”
Dat klopt: fruit is suiker van de natuur. En fruit is ook suiker zoals de natuur het bedoeld heeft.
Als je echter kijkt naar wanneer fruit van nature rijp is, dan is dat vooral in de zomer en het najaar. Het minder zoete fruit is er meestal aan het begin van de zomer, zoals aardbeien, bessen, kersen etc. En naarmate het najaar vordert, wordt het fruit steeds zoeter en krijgen we dat ter beschikking.
Daar heeft de natuur best een slim een idee mee. Vanuit de oertijd was het namelijk zo dat fruit en noten gebruikt werden om een vetlaagje aan te leggen voor de winter. Zodat we die door konden komen.
Inmiddels is al dat fruit het hele jaar door verkrijgbaar en eten we dus ook best veel fruit met z’n allen. En het is ook zo dat fruitsoorten veel zoeter gekruist worden dan 50 jaar geleden. Dus veel appel- en perensoorten bijvoorbeeld zijn tegenwoordig sowieso al veel zoeter. Omdat we van zoet houden én omdat zoet ervoor zorgt dat je meer gaat eten.
Daarnaast is het zo dat, als je veel fruit eet, dat je lichaam wel degelijk ook veel suikers binnenkrijgt. Dat zit zo.
De glucose-suiker (want suiker bestaat uit 2 delen: een deel glucose-suiker en een deel fructose-suiker) gaat naar je cellen en je hersenen. Dat wordt gebruikt als brandstof voor ons functioneren.
Het fructose-deel van de suiker, daar kan je lichaam heel weinig mee. Zoals net aangegeven, van oudsher is dat bedoeld om vet te mesten. Dat doet de lever door een deel als reservesuikers op te slaan en op het moment dat de reservesuikerdepots vol zijn, dan zal het worden omgezet in kleine vetdeeltjes (triglyceriden) en wordt het je bloedbaan ingepompt. Die triglyceriden, de vetdeeltjes die gemaakt worden uit fructose-suikers, dat is nou wat ze noemen het ‘gevaarlijke vet’ wat ervoor zorgt dat je aderen dicht gaan slibben…
Samenvattend: er is op zich niks mis met fruit. Ook al is het oppassen geblazen, je kunt gerust fruit eten: 1 tot 3 stuks per dag is prima.
Maar blijf weg van vruchtensappen. Als je een glas sinaasappelsap drinkt, dan drink je het sap van 3 tot 4 sinaasappels. Terwijl als jij die in 1 keer zou willen eten… je dat niet gaat lukken. Daaraan kun je zien dat met name de vezels in fruit, dus waar die suikers in ‘verpakt’ zitten, ervoor zorgen dat de suikeropname in je lichaam geremd wordt. Je lichaam moet het uitpakken, de suikers uit die vezels halen. Dat kost al een heleboel energie en remt ook het suikereffect in je lichaam.
Dus eet fruit altijd in z’n geheel, ga er geen sapjes van maken. Voor je lichaam is dat niets anders dan een suikerbom.
Voor aardappelen gaat een vergelijkbaar verhaal op, omdat het zoveel zetmeel bevat. En dat ‘gedraagt’ zich in je lichaam ook als… suiker.
Eieren vormen gewoon een eiwitbron.
Kaas, room en ander melkproducten zijn in meer of mindere mate bewerkte producten. We eten/drinken nauwelijks meer rauwmelkse kaas/melk, met de van nature aanwezige enzymen er nog in om ze goed te kunnen verteren. Ze zijn ‘bewerkt’ in de zin dat ze minimaal gepasteuriseerd maar vaker gesteriliseerd worden, dan wel gefermenteerd. Dat laatste is zo slecht nog niet, aangezien melkproducten als het ware door bacterieculteren buiten het lichaam eerst voorverteerd worden. Maar ook melk- en melkproducten bevatten meer of minder melksuikers (lactose) en beïnvloeden daarmee de bloedsuikerspiegel.
Overigens, het is niet zozeer ‘mogen’ of ‘niet mogen’, het gaat er om welke keuzes je maakt…