Afgelopen 15 december net na het nieuws van 09:00 uur hoorde ik bij toeval een interview met Pan-secretaris Hans Muilerman.
Nou ja, interview. Een groot woord voor nog geen 4 minuten spreektijd.
Enfin, die paar minuten waren overigens weer naar aanleiding van een artikel in Trouw van de dag ervoor. Met de veelzeggende titel: ´De hoeveelheid gif op Nederlandse aardappelen, aardbeien en radijsjes neemt niet af, maar toe.´
Dit mini-interview ging dan dus ook over bestrijdingsmiddelen. Waartegen onder andere Pan, Pesticide Action Network, al jaren in actie komt.
Op ´t NOS Radio 1 journaal trapt presentator Mark Visser af met ´De hoeveelheid resten van bestrijdingsmiddelen op groenten en fruit in Nederland is de laatste 7 jaar toegenomen blijkt uit onderzoek van Pan.´
Om wat voor bestrijdingsmiddelen het dan gaat?
´Allerlei soorten. Honderden verschillende´, stelt Muilerman. ´Onkruid-, insecten-, schimmelbestrijdingsmiddelen… Afzonderlijk geen grote hoeveelheden, maar men maakt zich bij Pan Nederland vooral zorgen om de combinaties.´
´In een bakje aardbeien kunnen best 5 of 10 verschillende bestrijdingsmiddelen zitten, waarvan we niet weten wat die gezamenlijk in ons lichaam doen´, geeft Muilerman aan. ´En de overheid kijkt daar ook niet naar. Bij de toelating wordt niet gelet op cocktails.´
´Het was toch de bedoeling dat het gebruik van pesticiden werd verminderd´, vraagt presentator Mark.
´Klopt´, beaamt Muilerman, ´Minister Schouten heeft gezegd dat ze toe wil naar nagenoeg geen residuen wil in groenten en fruit, maar we zien het omgekeerde: het neemt toe.´
´Het bijzondere wat we zien is de stijging in het in Nederland geteelde product. Het is een landbouw die verslaaf is aan bestrijdingsmiddelen. En je ziet dan dat automatisch resistenties ontstaan. Dus resistenties van onkruiden, schimmels… dan moet de agrariër weer méér bestrijdingsmiddel gebruiken. Dan komen er nóg meer resistenties – nog weer méér bestrijdingsmiddelengebruik. Dat is eigenlijk een doodlopende weg. Er worden te weinig alternatieve, niet-chemische methoden toegepast in de landbouw.´
´En zijn die goed genoeg, want dat is natuurlijk vaak het probleem, werken ze effectief?´
´Ja, ze zijn net zo effectief. En vaak niet duurder. Je moet speciale apparatuur aanschaffen, of meer nadenken…´
´Dat maakt het weer duurder, die speciale apparatuur…´
´Maar dan hoef je geen bestrijdingsmiddelen toe te passen´, respondeert Muilerman.
´Daar pak je je winst dan´, vat Mark Visser samen.
´Uiteindelijk is het even duur, maar je moet eerst meer nadenken, meer moeite doen ja. Je moet leren welk insecten, schimmels et cetera er zijn en hoe je die moet aanpakken. Dus het vergt ook wat studie.´
´En die kennis is wel beschikbaar. Hoe dat dat beter vanuit de overheid kunnen worden geregeld dat er naar alternatieven wordt gekeken?´, vraagt Mark verder.
´Die kennis is al 30 jaar beschikbaar. De overheid had vroeger proefbedrijven, waar boeren kodnen kijken. Maar de overheid is alles gaan privatiseren, alles gaan stoppen. De voorlichtingsinstanties zijn weggesaneerd. Dus de overheid is eigenlijk een beetje achterover gaan leunen en tegen de sector gaan zeggen ´Zoek het zelf maar uit´. En wie de agrarische sector wèl helpt, is de chemische industrie. Die zegt: ´Ach, ik heb allemaal leuke, nieuwe chemische stoffen.´ Dus de overheid doet eigenlijk helemaal niks meer.´
En daarmee eindigt het ´hele´ interview.
De lokale tuinder in mijn regio van het CSA collectief – community supported agriculture – zou het gebruik van alternatieve ´bestrijdingsmiddelen´ toejuichen. Beestjes met beestjes ´bestrijden´.
Maar het punt dat ik wil maken, is dit.
Wat de boeren met die pesticiden in de landbouw doen, doen wij met ons lijf.
Door van alles in ons lijf te stoppen waardoor onze cellen resistent worden voor boodschappers als hormonen en neurotransmitters.
Insulineresistentie ken je. Een gevolg van te veel suikers.
Minder bekend is de resistentie op neurotransmitters, of ´gelukshormonen´. Die regelen allerlei zaken zoals motivatie, alertheid en concentratie. Maar ook of je lekker in je vel zit.
Zo geven een wijntje, biertje, sigaretje, gebakje, chocola of wat dan ook maar jouw ding is wel degelijk een goed gevoel. De ´up´, zeg maar. Na enige tijd volgt dan vanzelf de ´down´, het is een keer uitgewerkt.
Maar we willen de ´up´ voelen. Dus wat doe je? Nog maar een wijntje, biertje, sigaretje, gebakje ofzo. En wat krijg je? Nóg sneller uitgewerkt, de ´down´, oftewel meer resistentie.
Méér van hetzelfde, vergroot resistentie. Minder van hetzelfde, vermindert ook resistentie. Dus variatie, slimmere alternatieven zoeken en bedenken. Dan is minder… toch écht weer meer.
Alvast een indicatie voor resistentie? Test ´t om niet: https://gripopgezondheid.nl/stressologie-de-bravermantest/
Een mooie week nog gewenst,
Lynn Hogendoorn