Op een van de vele safari wandeltochten met meneer Grip, kwamen we terecht bij een bed & breakfast van een oud kapitein.
Een kapitein die geregeld een x-ton aan bananen van Zuid-Amerika naar Europa bracht.
Die gingen zo groen als gras aan boord.
En werken vervolgens bespoten met een gas zodat ze niet te snel geel werden.
Een vrijwel kansloze exercitie, want de bananen werden sowieso na 28 dagen geel.
Binnen die dagen moest de handel dus én overzee vervoerd zijn, én verkocht.
Anders kwam ze natuurlijk al veel te geel-bruin in Europa aan voordat iemand er ooit een kocht. Laat staat er een hap in zette.
Met vakantie zijn in Frankrijk, vind ik dan ook om die reden al een heel andere ervaring.
Waar meneer Grip en ik meestal naartoe gaan in de Franse Alpen, is een vrij arme streek.
Arm in de zin van dat de mensen het er niet breed hebben.
Geen dikke auto´s voor de deur, geen keurig aangelegde en aangeharkte tuinen, geen keurig in de lak gezette kozijnen.
Niets van dat al.
Het ziet er eerder allemaal nogal verlaten en vervallen uit.
Huizen, kozijnen en bedrijven waar niet alleen de verf afbladdert, maar soms zelfs überhaupt geen likje verf aan te ontdekken valt.
Brocantes, heet dat romantisch onder toeristen.
Het is duidelijk dat de Fransen in die streek hun geld daar niet in steken. Gesteld dus dat het überhaupt kon.
Wat ze wel wekelijks hebben, zijn andersoortige markten dan de antiekmarkten.
Met producten uit de steek van lokale boeren.
En wat die boeren meebrengen naar de markt, heeft een onovertroffen smaak. Zo´n vers geitenkaasje. Of verse abrikoos. Tomaat. Perzik. Tout ce que.
Je proeft gewoon dat het allemaal onder de zon gerijpt is, met liefde bereid.
Dat het góed voor je is.
Dat eten zo bedoeld is.
En de smaak.
God-de-lijk.
Met dat in gedachten probeer ik dat in Nederland te evenaren als ik ´wilde perziken´ in de supermarkt zie liggen.
En ik kom altijd weer bedrogen uit.
Het doet mij ook onmiddellijk aan die groene-bananen-kapitein denken.
Tegen de tijd dat die op mijn fruitschaal geel genoeg zijn, en dus eetbaar, smaken ze nog steeds niet echt ergens naar.
Ze komen niet eens in de buurt van de eerste de beste bacoba die ik op Curaçao kan opeten.
Klein, maar fijn – die Curaçaose banaantjes.
But size does not matter. Taste does.
Ik kom dan ook altijd verkwikt en vol van energie terug uit Frankrijk.
Ik heb de zon gegeten.
Dat is precies wat volwaardige voeding voor je doet.
Het verhoogt je vitaliteit.
En dus ook je stressbestendigheid.
Soms zitten de effecten van de Franse zon, de Spaanse zon, de Italiaanse zon… ook in pot-met-geconcentreerde voedingsstoffen.
Dat is geen surrogaat, maar een slimme zet om je systeem te ondersteunen.
Om het nèt die extra´s te geven in tijden waarin je veel van jezelf vraagt.
Als jij met 150 over de snelweg zou jakkeren, merk je ook dat er een draaikolk in je tank zit. En ga je vaker tanken.
Voor je lijf is het niet anders.
Tank vaker. Tank premium. Met voeding en voedingsstoffen waar de zon nog ín zit.
We kunnen eerst meten voordat je weet welke voor jou belangrijk zijn.
Maar het begint met contact. So, let´s meet up first: https://gripopgezondheid.nl/agenda/
Lynn Hogendoorn